EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62021CN0375
Case C-375/21: Request for a preliminary ruling from the Varhoven administrativen sad (Bulgaria) lodged on 17 June 2021 — Sdruzhenie ‘Za Zemiata — dostap do pravosadie’ and Others, ‘The Green Tank — grazhdansko sdruzhenie s nestopanska tsel’ — Hellenic Republic, NS v Izpalnitelen direktor na Izpalnitelna agentsia po okolna sreda, TETS Maritsa-iztok 2 EAD
Zaak C-375/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven administrativen sad (Bulgarije) op 17 juni 2021 — Sdruzhenie “Za Zemiata — dostap do pravosadie” — Grazhdansko sdruzhenie s nestopanska tsel “The Green Tank” — Helleense Republiek — NS / Izpalnitelen direktor na Izpalnitelna agentsia po okolna sreda, TETS “Maritsa-iztok 2” EAD
Zaak C-375/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven administrativen sad (Bulgarije) op 17 juni 2021 — Sdruzhenie “Za Zemiata — dostap do pravosadie” — Grazhdansko sdruzhenie s nestopanska tsel “The Green Tank” — Helleense Republiek — NS / Izpalnitelen direktor na Izpalnitelna agentsia po okolna sreda, TETS “Maritsa-iztok 2” EAD
PB C 401 van 4.10.2021, p. 2–3
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
4.10.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 401/2 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven administrativen sad (Bulgarije) op 17 juni 2021 — Sdruzhenie “Za Zemiata — dostap do pravosadie” — Grazhdansko sdruzhenie s nestopanska tsel “The Green Tank” — Helleense Republiek — NS / Izpalnitelen direktor na Izpalnitelna agentsia po okolna sreda, TETS “Maritsa-iztok 2” EAD
(Zaak C-375/21)
(2021/C 401/02)
Procestaal: Bulgaars
Verwijzende rechter
Varhoven administrativen sad
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen tot cassatie: Sdruzhenie “Za Zemiata — dostap do pravosadie” — Grazhdansko sdruzhenie s nestopanska tsel “The Green Tank” — Helleense Republiek — NS
Verwerende partijen in cassatie: Izpalnitelen direktor na Izpalnitelna agentsia po okolna sreda, TETS “Maritsa-iztok 2” EAD
Prejudiciële vragen
1) |
Moeten artikel 4, lid 3, VEU junctis artikel 18 van richtlijn 2010/75/EU (1) alsmede de artikelen 13 en 23 van richtlijn 2008/50/EG (2) aldus worden uitgelegd dat de bevoegde autoriteit bij de beoordeling van een aanvraag voor een afwijking als bedoeld in artikel 15, lid 4, van richtlijn 2010/75/EU moet nagaan of, rekening houdend met alle relevante wetenschappelijke gegevens over milieuverontreiniging, met inbegrip van de maatregelen in het kader van het betrokken luchtkwaliteitsplan in een bepaalde zone of agglomeratie overeenkomstig artikel 23 van richtlijn 2008/50/EG, het toestaan van de afwijking een risico kan vormen voor de naleving van milieukwaliteitsnormen? |
2) |
Moeten artikel 4, lid 3, VEU junctis artikel 18 van richtlijn 2010/75/EU alsmede de artikelen 13 en 23 van richtlijn 2008/50/EG aldus worden uitgelegd dat de bevoegde autoriteit bij de beoordeling van een aanvraag voor een afwijking als bedoeld in artikel 15, lid 4, van richtlijn 2010/75/EU moet afzien van het vastleggen van minder strenge emissiegrenswaarden voor luchtverontreinigende stoffen uit een installatie, voor zover een dergelijke afwijking in strijd zou zijn met de maatregelen die zijn opgenomen in het kader van het betrokken luchtkwaliteitsplan dat in de bepaalde zone of agglomeratie overeenkomstig artikel 23 van richtlijn 2008/50/EG werd vastgesteld, en een risico zou kunnen vormen voor het bereiken van het doel om de periode van overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen zo kort mogelijk te houden? |
3) |
Moeten artikel 4, lid 3, VEU junctis artikel 18 van richtlijn 2010/75/EU alsmede artikel 13 van richtlijn 2008/50/EU aldus worden uitgelegd dat de bevoegde autoriteit bij de beoordeling van een aanvraag voor een afwijking als bedoeld in artikel 15, lid 4, van richtlijn 2010/75/EU moet nagaan of het vastleggen van minder strengere emissiegrenswaarden voor luchtverontreinigende stoffen uit een installatie, rekening houdend met alle relevante wetenschappelijke gegevens over de milieuverontreiniging, met inbegrip van het cumulatieve effect met andere bronnen van de betreffende verontreinigende stof, zou bijdragen tot overschrijding van de betrokken luchtkwaliteitsnormen die overeenkomstig artikel 13 van richtlijn 2008/50/EG in een bepaalde zone of agglomeratie zijn vastgesteld en zo ja, of zij een afwijking die een risico zou vormen voor het naleven van milieukwaliteitsnormen, niet moet toestaan? |
(1) Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PB 2010, L 334, blz. 17).
(2) Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (PB 2008, L 152, blz. 1).