EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 12016E258

Inbreuk op het recht van de EU

Inbreuk op het recht van de EU

 

SAMENVATTING VAN:

De artikelen 258, 259 en 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)

WAT IS HET DOEL VAN DE ARTIKELEN 258, 259 EN 260 VAN HET VWEU?

Deze artikelen bevatten de maatregelen die moeten worden genomen als de Europese Commissie of een EU-regering van mening is dat een bepaald EU-land zijn verplichtingen krachtens het EU-recht niet is nagekomen.

KERNPUNTEN

Niet-naleving van EU-verplichtingen kan te wijten zijn aan:

  • wettelijke of bestuursrechtelijke besluiten of praktijken;
  • positieve actie (maatregelen die in strijd zijn met het EU-recht aannemen of niet intrekken);
  • negatieve actie (vertragingen bij de uitvoering van EU-wetgeving of nalaten de Commissie te informeren over de uitvoering).

De inbreukprocedure

De gerechtelijke procedure bij het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt:

  • meestal ingesteld door de Commissie, maar kan ook door een ander EU-land worden ingeleid;
  • gericht tegen het EU-land, zelfs als de vermeende tekortkomingen de verantwoordelijkheid zijn van de regering, het parlement, federale of subnationale instanties.

De procedure verloopt als volgt.

  • De Commissie of een EU-land geeft aan dat een bepaald EU-land mogelijk niet aan zijn verplichtingen voldoet.
  • De Commissie stuurt het land in kwestie een schriftelijke aanmaning waarin zij om meer informatie verzoekt. Dat land moet binnen een bepaalde termijn, meestal twee maanden, een uitgebreid antwoord terugsturen.
  • Op basis van dit antwoord kan de Commissie:
    • een met redenen omkleed advies uitbrengen (een formeel verzoek tot naleving van het EU-recht waarin het betrokken EU-land wordt verzocht de Commissie binnen een bepaalde termijn, meestal twee maanden, de maatregelen mee te delen die zijn genomen om het EU-recht na te leven), of
    • de zaak seponeren, in welk geval de kwesties met het betrokken EU-land zijn opgelost zonder dat de Commissie de procedure hoeft voort te zetten.
  • Indien het land in kwestie het advies van de Commissie niet binnen het gegeven tijdschema opvolgt, kan de Commissie de zaak verwijzen naar het Hof van Justitie.
  • Indien een ander EU-land de procedure heeft ingeleid, kan het de zaak naar het Hof verwijzen, zelfs als de Commissie geen met redenen omkleed advies uitbrengt.
  • Het Hof kan een EU-land instrueren bepaalde maatregelen te treffen, als het van mening is dat dit land EU-wetgeving overtreedt.
  • Indien de Commissie van mening is dat het land de rechterlijke uitspraak niet naleeft, kan zij de zaak voor een tweede keer naar het Hof verwijzen, met een aanbeveling van de omvang van de geldboete die volgens haar moet worden betaald.
  • Indien het Hof vaststelt dat het arrest nog steeds niet wordt nageleefd, kan het een forfaitaire som en/of een dwangsom opleggen.
  • Indien de Commissie een EU-land naar het Hof verwijst wegens het niet mededelen van de nationale maatregelen voor de invoering van EU-wetgeving, kan zij het Hof tegelijkertijd vragen financiële sancties op te leggen. In dat geval kan het Hof bij het eerste arrest sancties opleggen.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Zesde deel — Institutionele en financiële bepalingen — Titel I — Bepalingen inzake de instellingen — Hoofdstuk 1 — De instellingen — Vijfde afdeling — Het Hof van Justitie van de Europese Unie — De artikelen 258, 259 en 260 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 160-161)

Laatste bijwerking 12.07.2016

Naar boven